Fiscale tips: Inkomstenbelasting
Voorkom het in rekening brengen van belastingrente
Als wordt verwacht dat er (meer) belasting betaald moet worden over 2012, kan het verstandig zijn om een verzoek tot herziening van de voorlopige aanslag te doen of te verzoeken om een voorlopige aanslag op te leggen. Is zo’n verzoek ingediend voor 1 mei 2013, dan is namelijk geen belastingrente verschuldigd als de (nadere) voorlopige aanslag conform het verzoek wordt opgelegd. Vanaf 1 januari 2013 geldt bij nabetaling een hogere rente dan tot en met 2012 het geval was.
Betaal de premie voor een lijfrente op tijd
Een lijfrentepremie moet uiterlijk op 31 december 2012 zijn betaald, wil die nog tot aftrek kunnen komen in 2012. De aftrek is in eerste instantie beperkt tot de zogenoemde jaarruimte maar kan eventueel worden verhoogd als in voorgaande jaren de jaarruimte niet volledig is benut. Dit wordt de reserveringsruimte genoemd. Bij de reserveringsruimte wordt gekeken naar het pensioentekort van de 7 jaren voorafgaand aan 2012.
(Kleine) hypotheek aflossen
Het kan interessant zijn om een kleine hypotheek af te lossen die nog rust op uw eigenwoning. Voor een woning geldt het eigenwoningforfait. Deze bijtelling op uw inkomen verlaagt de aftrek van de hypotheekrente. Als er geen of een kleine hypotheek op uw eigenwoning rust, hoeft het eigenwoningforfait, of een deel daarvan, niet bij het inkomen te worden geteld. Door de aflossing is ook geen rente meer verschuldigd. Een bijkomend voordeel van het aflossen van een kleine hypotheek is dat het box 3-inkomen hierdoor in 2013 minder wordt, zodat de aflossing ook nog eens belasting in box 3 bespaart.
Aanpassingen in eigenwoningregeling
Met ingang van 2013 wordt de eigenwoningregeling op een aantal punten in belangrijke mate aangepast.
- Voor nieuwe hypotheken gaat een aflossingsverplichting gelden.
- Renten en kosten van restschulden die ontstaan door verkoop van een eigen woning in de periode van 29 oktober 2012 tot en met 31 december 2017, worden vanaf het tijdstip van verkoop gedurende 10 jaar aftrekbaar in box 1.
- Twee tijdelijke maatregelen die oorspronkelijk zouden gelden tot en met 31 december 2012, worden verlengd en zullen ook van toepassing zijn voor 2013.
- De regeling die hypotheekrenteaftrek mogelijk maakt na tijdelijke verhuur, wordt verlengd. Sinds 2010 is het mogelijk om na een periode van verhuur van een te koop staande voormalige eigen woning terug te keren van het box 3-regime naar de eigenwoningregeling in box 1. Op dat moment herleeft de hypotheekrenteaftrek voor het restant van de periode. De looptijd van deze regeling wordt met een jaar verlengd. Hierdoor is de regeling ook in 2013 nog van toepassing en vervalt deze pas per 1 januari 2014.
- De tijdelijke verlenging van de termijn van de verhuisregelingen blijft in 2013 van toepassing en eindigt pas op 1 januari 2014. Hierdoor kan een sinds 2010 leegstaande, voor verkoop bestemde woning in 2013 nog steeds worden aangemerkt als eigen woning, mits die woning in 2010 een eigen woning was. De verhuisregeling eindigt per 1 januari 2014 dus zowel voor woningen die sinds 2010 te koop staan als voor woningen die sinds 2011 te koop staan. Verder kan een in (of na) 2010 aangekochte leegstaande woning of een woning in aanbouw in 2013 nog steeds worden aangemerkt als eigen woning, mits die woning bestemd is om uiterlijk in 2013 de belastingplichtige als eigen woning ter beschikking te staan.
- Op grond van het Regeerakkoord VVD-PvdA wordt de hypotheekrenteaftrek in 2014 verder aangepast. Voor bestaande en nieuwe hypothecaire leningen wordt vanaf 2014 het maximale aftrektarief (vierde schijf), in stappen van 0,5% per jaar, teruggebracht naar het tarief van de derde schijf. Dit plan is nog niet opgenomen in een wetsvoorstel.
Investeringsaftrek
Investeringen in bedrijfsmiddelen van minimaal € 450, leidend tot een totaal investeringsbedrag van meer dan € 2.300, kunnen in aanmerking komen voor de (kleinschaligheids)investeringsaftrek. Optimaliseer uw aftrek door goed te kijken naar zowel het tijdstip als de hoogte van de investeringen. Als het totale investeringsbedrag in 2012 hoger is dan € 306.931 is geen aftrek meer mogelijk. De investeringsaftrek geldt ook voor zeer zuinige personenauto’s en nulemissieauto’s (elektrische auto). Bij een samenwerkingsverband moeten de investeringen worden samengeteld om de aftrek per ondernemer vast te stellen. Als een bedrijfsmiddel waarvoor investeringsaftrek is verkregen binnen vijf jaar wordt vervreemd, moet een desinvesteringsbijtelling worden gedaan. De desinvestering moet dan wel meer dan € 2.300 bedragen. Ga na of investering in 2012 nog raadzaam is of uitstel tot investering in 2013 verstandiger is.
Dga mag onbelast rendement behalen op overtollig B.V.-geld
De directeur-grootaandeelhouder (dga) moet zakelijk handelen met ‘zijn’ B.V.. Als de B.V. niet al haar liquide middelen nodig heeft, zal zij deze liquide middelen op een ondernemersdeposito zetten. Dat levert maar een beperkt rentepercentage op voor de B.V.. De dga kan op een privéspaarrekening een hoger rentepercentage krijgen dan zijn B.V. op het ondernemersdeposito. In dat geval kan de dga ervoor kiezen om geld te lenen van de B.V. en dat bedrag vervolgens op een privérekening te zetten. Zolang de dga maar het rentepercentage vergoedt aan de B.V. dat de B.V. anders van de bank zou hebben ontvangen, hoeft over het renteverschil geen belasting te worden betaald. De dga moet in het kader van zakelijkheid voor de aflossing wel zekerheid (de spaarrekening) stellen aan de B.V..