Fiscale tips: Belonen

 In algemeen

Verlenging crisisheffing van 16% voor hoog salaris

In 2014 krijgen werkgevers opnieuw te maken met een eindheffing van 16% over het loon van een werknemer, dat in het voorafgaande jaar meer bedroeg dan € 150.000. Het gaat dan om loon uit tegenwoordige arbeid, inclusief eenmalige betalingen zoals bonussen en ook het loon dat is genoten van een verbonden vennootschap telt mee. De werknemer wordt geacht het loon op 31 maart 2015 te hebben genoten, wat inhoudt dat de eindheffing 2014 in de aangifte van april 2014 moet worden verwerkt. Een in 2013 afgekocht levenslooptegoed telt niet mee voor de crisisheffing, voor zover hierop de ‘80%-regeling’ van toepassing is.

Overwogen zou kunnen worden om een eventuele eindejaarsuitkering pas in 2014 toe te kennen, zodat deze niet meetelt voor de crisisheffing 2014.

Naar aanleiding van zo’n 10.000 bezwaarschriften tegen de crisisheffing 2013 zullen verschillende proefprocedures worden gevoerd. Deze gaan vooral over de vraag of belasting mag worden geheven over loon uit een eerder jaar, terwijl op het moment dat dit loon werd genoten, de maatregel nog niet bekend was c.q. nog niet in werking was getreden.

Aanscherping CO2-uitstootgrenzen voor bijtelling auto van de zaak

De CO2-uitstootgrenzen voor de bijtelling voor het privégebruik van de door de werkgever ter beschikking gestelde (bestel)auto van de zaak worden vanaf 2014 opnieuw aangescherpt. Bovendien komen er twee nieuwe tarieven bij (4% en 7%), zodat de bijtelling in 2014 0%, 4%, 7%, 14%, 20% of 25% van de catalogusprijs kan bedragen. Is de auto ouder dan 15 jaar, dan moet 10% bij het van toepassing zijnde tarief worden opgeteld en geldt niet de catalogusprijs maar de waarde in het economisch verkeer. De hoogte van de bijtelling is niet alleen afhankelijk van de CO2-uitstoot, maar ook van de brandstof en van de afgiftedatum van het kentekenbewijs (vóór 1 juli 2012, na 30 juni 2012 maar vóór 1 januari 2013, in 2013 of in 2014).

Pensioenregeling en het nieuwe Witteveenkader

Door de verhoging van de pensioenrichtleeftijd naar 67 jaar per 1 januari 2014 wijzigen vanaf die datum ook de Witteveenkaders voor de aftrek van pensioenpremies in de loonbelasting. De maximaal toegestane opbouw van het ouderdomspensioen bedraagt in 2014 bij toepassing van een eindloonstelsel 1,90% per jaar en bij een middelloonstelsel 2,15% per jaar. Geldt een beschikbarepremieregeling, dan mag het maximaal te bereiken pensioen van 70% van het pensioengevend loon vanaf 2014 pas worden bereikt na 37 jaar in plaats van de huidige 35 jaar. Er gelden ook nieuwe premiestaffels, waaraan een extra leeftijdsklasse van 65 tot en met 66 jaar is toegevoegd.

De pensioenleeftijd mag ook op 65 jaar blijven, maar dan moeten lagere opbouwpercentages worden toegepast.

Werkgevers die voor een beschikbarepremieregeling nu nog bruto-staffels gebruiken, moeten uiterlijk per 1 januari 2015 overstappen op (lagere) netto-staffels waarin geen kostenopslag meer is verwerkt.

Verplichte overgang naar werkkostenregeling uitgesteld

De verplichte toepassing van de werkkostenregeling (WKR) is uitgesteld tot 2015. Werkgevers die per 1 januari 2014 nog niet overstappen, hebben dus nog één jaar de tijd om zich hierop voor te bereiden. Het uitgangspunt is dat de werkkostenregeling geldt, tenzij wordt gekozen om de oude regels voor vergoedingen en verstrekkingen toe te passen.

Laatste jaar afdrachtvermindering onderwijs

De afdrachtvermindering onderwijs vervalt met ingang van 1 januari 2014. Vanaf 2014 geldt de subsidieregeling praktijkleren die valt onder het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Indien een werkgever in aanmerking komt voor de subsidie, zal deze niet meer via de aangifte Loonheffingen worden verrekend. De werkgever dient de subsidie aan te vragen. De aanvraag gaat per studiejaar en wordt achteraf ingediend.

Niet voor alle leerling-werknemers bestaat recht op subsidie, bijvoorbeeld niet voor mbo-studenten die een beroepsondersteunende leerweg (BOL) volgen of vmbo-studenten die een leer-werktraject doen. Voor sommige leer-werktrajecten is een overgangsregeling getroffen.

Consumpties op het werk

Een werkgever mag gratis consumpties verstrekken aan de werknemer. Het is ook mogelijk om te kiezen voor een vrije vergoeding van € 0,55 per dag. De vergoeding is ook toegestaan als thuis wordt gewerkt; dit geldt ook voor de directeur-grootaandeelhouder.

Bij toepassing van de werkkostenregeling is een vergoeding in geld voor consumpties niet vrijgesteld.

AOW-gerechtigde leeftijd naar 65 jaar plus 2 maanden

Per 1 januari 2014 bedraagt de AOW-gerechtigde leeftijd 65 jaar plus 2 maanden. Hierdoor duren de verzekerings- en premieplicht voor de werknemersverzekeringen een maand langer dan in 2013 toen de AOW-gerechtigde leeftijd voor het eerst steeg (naar 65 jaar en 1 maand). Hetzelfde geldt voor de werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (ZVW) die sinds 1 januari 2013 de ZVW-bijdrage in de meeste gevallen vervangt.

Blijft de werknemer werken nadat de AOW-uitkering is ingegaan, dan is de werkgeversheffing ZVW verschuldigd tot het einde van de dienstbetrekking.

Werkbonus via loonheffing

De werkbonus verloopt vanaf 2014 via de inhouding van loonheffing bij de werkgever. Hiervoor is gekozen omdat de werknemer zo iedere maand dat hij werkt een deel van de werkbonus waar hij recht op heeft, terugziet in de vorm van een hoger nettoloon. De werkbonus over 2013 wordt via de aangifte automatisch verrekend in de inkomstenbelasting.

De werkbonus voor 61- tot 64-jarigen wordt vanaf 2015 afgeschaft voor nieuwe gevallen. Vanaf 2018 verdwijnt de werkbonus helemaal.

Storting op depot voor inlener van personeel

Werkgevers die tijdelijk personeel betrekken via een uitzendbureau, kunnen vanaf 1 juli 2015 gemakkelijker aansprakelijk worden gesteld voor belastingschulden van het uitzendbureau. De werkgever (“inlener”) moet tot maximaal 35% van de factuur (incl. btw) storten in een depot dat het uitzendbureau (“uitlener”) vanaf 1 juli 2014 moet aanhouden bij de Belastingdienst. Gebeurt dat niet en het uitzendbureau komt zijn verplichtingen niet na, dan kan de Belastingdienst de werkgever aansprakelijk stellen voor het niet-gestorte bedrag en ook een boete opleggen van maximaal € 7.800.

Recent Posts
Neem contact op

We reageren zo spoedig als mogelijk op uw vraag.

eindejaarstips